Als klein jongetje van 7 jaar startte ik met pianoles. Vanzelfsprekend moest er een piano in huis komen. Mijn ouders vroegen ‘Ome Nico’ (wij noemden onze buurman zo) om advies. Ome Nico kon goed pianospelen en dan vooral lichte muziek en improvisatie. Dankzij hem werd een goede piano uitgezocht, die ik nog steeds gebruik.
Ik zat op de muziekschool en werd in klassieke muziek geschoold. Ik speelde al snel de eerste etudes en niet al te moeilijke stukken van de bekende klassieke componisten. Mijn pianotalent ontwikkelde verder en de stukken werden steeds ingewikkelder. Mijn enthousiasme voor klassieke muziek begon af te nemen. Waarschijnlijk ook vanwege mijn leeftijd. Als puber raakte ik meer en meer geïnteresseerd in het spelen van popliedjes.
Nou waren onze huizen best gehorig en wanneer ik ‘s-avonds in bed lag hoorde ik Ome Nico vrijuit improviseren op de piano.
Hoe deed hij dat? Ik wilde dat ook…! Van hem heb ik een paar tips geleerd die nog steeds erg handig zijn. Maar het mooiste is dat hij mijn verlangen om te kunnen improviseren heeft aangewakkerd. Ome Nico was (zonder dat hij zich daar bewust van was) een enorme inspiratiebron voor mij.
En tot op de dag van vandaag ben ik daar dankbaar voor.
Lambert Mutsaers